Onbetwistbare waarheid verbindt wegkijkers met de nieuwkomers
Na de Parijse aanslagen presenteerden praatprogramma’s als Pauw en De Wereld Draait Door moslims als de échte slachtoffers. Wie zich daaraan stoort, behoort kennelijk niet tot de mainstream. Maar als we ervan uitgaan dat programmamakers zich door kijkcijfers laten leiden, moeten we concluderen dat de gemiddelde tv-kijker moslims graag in de rol van slachtoffer ziet. Het publiekelijk zielig vinden van moslims helpt om een mogelijke dreiging die van hen uit zou kunnen gaan psychologisch te verwerken. Door moslims, terecht of onterecht, als ‘zieligen’ af te schilderen, hoeven we eventjes niet meer bang te zijn. Wij zijn immers de baas.
Maar voor moslims is deze ongevraagde rol de meest vernederende discriminatie. De gemiddelde televisiekijker is wat dat betreft veel racistischer dan ‘PVV-tuig’, want realisten zijn geneigd om minderheden als handelsbekwame, verantwoordelijke mensen te zien, die dus wel degelijk een dreiging voor onze samenleving zouden kunnen vormen.
Behalve als teken van hun eigen superioriteit laat de liefde van veel West-Europeanen voor migranten, minderheden en vluchtelingen zich verklaren doordat velen zich met hen kunnen identificeren. Anders gezegd, progressieve Europeanen zien ook zichzelf graag als slachtoffer. Deels hebben ze gelijk, want zowel moslims als veel (West-)Europeanen zijn slachtoffer van dezelfde soort onbetwistbare propaganda die hen sinds hun geboorte vertelde in welke waarheid ze moeten geloven. Voor moslims is dat de islam, voor Europeanen zijn dat de taboes van de politieke correctheid.
De soms meer dan twintigjarige religieuze opleidingen tot geestelijk leider verklaren de gedrevenheid waarmee de afgestudeerde leider zijn eigen onderwerping nu eindelijk zelf aan zijn gehoorzame volgelingen op zal leggen. Dit fenomeen van geconditioneerde herhaling speelt zich ook in de westerse mediawereld af. De imam in de moskee verschilt in zijn rol niet van de politiek-correcte tv-presentator, met als verschil dat de meeste imams alleen op vrijdag prediken en tv-presentators alle dagen van de week.
Van kinds af aan indoctrineren westerlingen hun kinderen met de taboes van de multiculturele samenleving waarin ze zullen opgroeien. Met succes: het stelde presentator Matthijs van Nieuwkerk ertoe in staat om tijdens het afgelastte voetbalduel in Hannover zijn stukje taart belangrijker te vinden dan een mogelijke aanslag op de minister van Defensie.
Hoe kan een weldenkend mens zijn gebak belangrijker vinden dan de veiligheid van zijn eigen kijkers? Dat deed hij zeker niet alleen om te voorkomen dat zijn trouwe volgelingen naar een andere zender zouden overschakelen. Slachtoffers van politiek-correcte indoctrinatie als Van Nieuwkerk voelen diep in hun hart dat minderheden nu eenmaal zielig hóren te zijn. Minderheden mogen volgens die logica in geen geval als keiharde geweldplegers in beeld worden gebracht, want dat zou de politiek-correcte geloof te veel doen wankelen.
Wie denkt dat de atheïstische West-Europeanen hun religie kwijt zijn geraakt, heeft het mis. De gemiddelde Nederlander is net zo gelovig anno 2015 als dat hij anno 1935 was. De dogma’s van de politieke correctheid—de tv-kerk—hebben simpelweg die van het christendom vervangen. De tv-presentator heeft zich net als de Korangeleerde zo diep in zijn alternatieve werkelijkheid ingegraven dat hij is vergeten er zelf veroorzaker van te zijn. Uiteindelijk verbindt onbetwistbare propaganda wegkijkers met de nieuwkomers.
Reacties
Een reactie posten