Doorgaan naar hoofdcontent

Het einde van de vooruitgang en de laatste strijd

De ondergang van het Westen luidt zijn wedergeboorte in

1. Inleiding

Sinds het Europese koloniale tijdperk opende globalisering de wereldmarkten voor westerse consumptie en technologie. Maar omdat westerse bevolkingen, deels door druk van buitenaf, vergrijzen, stagneren of zelfs krimpen, maken de armen van de wereld zich in de 21ste eeuw dankzij moderne transport- en communicatiemiddelen op om met tientallen miljoenen tegelijk naar het Westen te trekken. De economieën van hun thuislanden in Afrika, Azië, Latijns-Amerika en het Midden-Oosten bewijzen niet in staat te zijn om hun explosief groeiende bevolkingen van een zinvolle toekomst te voorzien.

Omgekeerd vluchten westerlingen in politiek correcte naïviteit, alcohol, drugs of consumentenhedonisme, terwijl zowel links als rechts in de privésfeer de volksverhuizingen veroordeelt. Zolang westerlingen het nog kunnen betalen, houden ze zichzelf voor de gek dat alles heus weer goed zal komen. Maar ondanks westers zelfbedrog luidde de Syrische vluchtelingencrisis die in 2015 begon het begin van de ondergang van Europa in, en misschien ook wel die van Amerika. In het belang van ons collectieve zelfbehoud is de tijd gekomen voor de wedergeboorte van het Westen.

2. Tragische moderniteit

Globalisering dreef de stadsmens tot hoogste productiviteit en kleinste specialisatie. Om onze miljardenaantallen op Aarde te faciliteren, verkleinden we onze levens en vluchtten in geestverruimende drugs en virtuele computerwerelden, die een lang vergane vrijheid nabootsen. Het succes van de massamens kent zijn weerga niet. Nog nooit leefden zo veel mensen zo dicht op elkaar als bijvoorbeeld in Parijs, Seoul of Mumbai, steden met meer dan twintigduizend mensen per vierkante kilometer.

Steden zijn menselijke veestallen geworden, ingericht voor de belastingindustrie. De druk van zijn explosief groeiende aantallen reduceerde de mens tot een klein radertje in een onbegrijpelijk geheel. Alhoewel moderne ‘vooruitgang’ feodale lijfeigenen veranderde in moderne werknemers met meer welvaart dan Middeleeuwse koningen, deed ze dat ten koste van hun menselijkheid. De meerderheid van alle mensen leeft inmiddels als sardientjes in volgepropte woontorens, onmenselijke termietenkolonies.

De moderniteit die mensen onbegrensde mogelijkheden beloofde, bracht echter grenzeloos zelfbedrog. De technologische revolutie die Europa sinds de 17de eeuw heeft aangezwengeld, onder andere versneld door de uitvinding van de verbrandingsmotor en later atoomenergie, leidde enkel tot wereldwijde overproductie en overbevolking. Terwijl de rest van de wereld uit angst om de strijd om het bestaan te verliezen blindelings achter het dronken westerse voorbeeld aanrent, ligt het lot van de mensheid verankerd in de tragische vraag: „Hoeveel zijn we bereid voor ons voortbestaan op te offeren?”

3. De maatschappelijke basisorde

De miljarden mensen op Aarde leven in relatieve harmonie dankzij een historisch beproefd systeem van hiërarchie en orde.

De mensenhiërarchie lijkt op een steile berg los zand. Hoe meer moeite een onderdaan doet om naar boven te klimmen, des te verder hij terugzakt. Dit ontmoedigt velen het ook maar te proberen. Je moet aan de top worden geboren, anders kom je er normaal gesproken niet. Maar wanneer het gehele volk de hiërarchie tegelijkertijd bestormt, verstuift het zand in alle windrichtingen, waardoor de elites naar de bodem zakken.

Omdat het volk altijd deze sluimerende macht bezit om zijn elites te vernederen, en de elites hun macht enkel kunnen verdedigen door het volk systematisch te onderdrukken, bejegenen beide partijen elkaar met vriendelijkste verachting. Wat we doorgaans ‘vredestijd’ noemen is eigenlijk een staakt-het-vuren tussen volk en elite, tussen gewone en ‘speciale’ mensen, tussen de kwantitatieve massamens en de zelfbenoemde kwaliteitsmens.

Menselijke organisatie berust op een heilige drie-eenheid.1 Aan de top van de hiërarchie staat de besturende machtselite met haar slaafse ambtenarij. Daaronder staan de relatief autonome doch loyale veiligheidsdiensten, waaronder leger en politie, en tot slot het volk. Als enigen hebben de veiligheidsdiensten het recht om geweld tegen burgers te gebruiken. In ruil voor hun loyaliteit delen de veiligheidsdiensten in het aanzien van de elite. Als gevolg daarvan ervaart het volk relatieve vrede, zoals wanneer herdershonden een kudde schapen met dreigend geblaf in het gareel houden.

Maar: het volk wordt onderdrukt. Het is niet vrij, want het volk moet de maatschappelijke orde ten allen tijden gehoorzamen. Ik noem dit de basisorde. Om de basisorde te handhaven vonden alle grote beschavingen de principes van grootschalige sociale onderdrukking uit. Bestuurselites heersen over het volk middels sociaal taboe, maatschappelijke traditie, religieuze doctrine, eenzijdige berichtgeving en arbitraire wetgeving.2 In Oost-Azië formuleerde bijvoorbeeld Confucius de waarden van gehoorzaamheid, pacifisme en wat we tegenwoordig mindfulness zouden noemen. In het Westen verspreidden geestelijken de leer van Jezus Christus, de slaaf die zich aan zijn lijden onderwierp.

Die sociale leefregels liggen niet in steen gebeiteld, maar passen zich continu aan veranderende omstandigheden aan. Sociale taboes dienen in principe om de voortplantingssnelheid van de bevolking te sturen, evenals de daarmee samenhangende economische productiviteit.3 Omdat de makheid van het volk grotere aantallen ten gunste komt, en dus de militaire macht van zijn besturende elites vergroot, onderwierpen geestelijke leiders de massa middels meest misleidende manipulatie aan hun leiding, bijvoorbeeld met de belofte van een hiernamaals, reïncarnatie of, tegenwoordig, kapitalistische rijkdom als een pot goud aan het einde van de regenboog.4

Alhoewel de rol van traditie en religie in het steeds ongeloviger geworden Westen lijkt te zijn afgenomen, formuleren populaire televisiepresentatoren tegenwoordig de politiek correcte taboes die media-elites een goedgelovig volk met de dreiging van sociale uitsluiting opleggen. Politieke correctheid is de religie van de moderniteit.

4. De rol van democratie

In de basisorde leeft het volk dus niet vrij, maar mensen accepteren hun lot, omdat de sociale orde hen op de lange termijn sociale zekerheid biedt. Die sociale stabiliteit geldt als sterkste argument voor democratie. Een democratie beweegt door gepolderde besluitvorming aanzienlijk trager dan andere organisatievormen, wat tot voordeel heeft dat overheden minder roekeloos moeten handelen. Het volk riskeert daardoor minder uitspattingen van alleenheersers die zich hun avontuurtjes met de staat denken te kunnen veroorloven.

Dankzij deze vertraagde, maar dus ook duurdere bestuursvorm maakt democratie de toekomst voor haar burgers voorspelbaarder. Democratische burgers durven meer in de langere termijn te investeren, wat grote publieke werken als infrastructuur, gezondheid en onderwijs ten goede komt. Een goed bestuurde democratie garandeert haar burgers een zekere geestesrust. Stel je voor dat iedereen zomaar mocht doen wat ze maar wilden!

Democratie zadelt burgers echter ook met vervelende nadelen op. Democratie brengt een log ambtenarenapparaat met zich mee, evenals een inefficiënte of zelfs zinloze hiërarchie. De democratie kan weliswaar vaak, maar niet altijd adequaat op interne crises reageren, en nog minder goed op onvoorspelbare anarchie van buitenaf.

Democratie erodeert bovendien bestuurlijke verantwoordelijkheid, omdat zelfs bij grote fouten door haar bestuurders de bevolking de rekening krijgt voor haar stemgedrag. Democratische bestuurders hebben veel minder macht dan alleenheersers, maar ze voelen zich daardoor ook veel minder verantwoordelijk voor het resultaat, omdat ze die verantwoordelijkheid altijd op het volk kunnen afwentelen. Het volk, dat zich als een soort kudde gedraagt, vreest individuele verantwoordelijkheid en wil haar liefst teruggeven aan politici.5 Dus vluchten mensen in politiek correct conformisme—zie de eenheidsworst in de Tweede Kamer.

Het is een misvatting om te denken dat democratie vanzelfsprekend tot welvaart leidt. Het klopt ook niet dat het bouwen van hoogwaardige instituten tot de stichting van een democratie zou leiden. In werkelijkheid is precies het omgekeerde waar: democratie vereist welvaart6 en zonder democratie hebben hoogwaardige instituten geen nut.7 Enkel welvarende volkeren kunnen zich de bestuurlijke inefficiënte van een democratie veroorloven. Arme volkeren hebben niets aan onbruikbaar dure instituten.

5. De betekenis van de economie

Om het voortbestaan van soms wel honderden miljoenen mensen te waarborgen, moedigen bestuurselites hun burgers aan om de economie van hun geboorte tot hun graf ‘draaiende’ te houden. Dit wil zeggen: de massa moet haar lichamelijke en geestelijke productiviteit elke dag opnieuw inzetten ten behoeve van de collectieve overleving van het volk.

We noemen dit systeem kapitalisme, maar ondanks dat ieder mens op Aarde zijn bestaan aan deze onophoudelijke strijd tegen de natuur te danken heeft, oogst het kapitalisme vanwege haar oneerlijke resultaat weinig waardering. Dat betekent echter niet dat mensen een andere keus hebben.8 Kapitalisme ontstaat uit de noodzaak om miljarden mensen te voeden. Omdat het systeem onder geen enkel beding mag falen, beschermt kapitalisme zichzelf, wellicht contra-intuïtief, met een buffer van inefficiëntie. In geen enkel geval is de economie een of ander politiek wenselijk ‘isme’ dat politici onder invloed van voortschrijdend inzicht van bovenaf mogen opleggen.9

Als gevolg van globalisering overlappen uiterst diverse wereldeconomieën elkaar, maar de mens vond om psychologische redenen desalniettemin relatief afgebakende systemen uit om haar economieën in te richten, zoals bedrijven en multinationals, maar ook steden, landen enzovoorts. Wie zegt dat een ‘land’ maar een sociaal geconstrueerd verzinsel is, vergeet blijkbaar dat een land een groep samenwerkende mensen voorstelt. Die mensen bestaan echt en doneren, middels belasting, hun productiviteit aan elkaar, in hun wederzijdse overlevingsbelang.

6. De grondgebonden mens

Uiteindelijk heeft de eerder besproken basisorde haar burgers tot grondgebonden slaven gemaakt. Omdat de overleving van de mens afhangt van de collectieve productiviteit van samenwerkende individuen, dreef de economie de mens tot onverbiddelijke kostenreductie. Als oplossing bewaren we mensen in onnatuurlijke, vierkante hokken die we stadsappartementen noemen. Het ritme van de economie dwingt de meeste burgers op vaste plaatsen en tijden hun productieverplichting na te komen.

Kortom, moderne mensen zijn niet veel beter af dan middeleeuwse horigen. We leven langer en gezonder, maar de gewonnen gezonde jaren dienen eerder onze verdere exploitatie dan onze persoonlijke vrijheid. Enkelingen lukt het dit mechanische bestaan te ontsnappen—een rijke minderheid—maar de massa kan dat nooit. De gewone mens wordt in het systeem geboren en getogen, dus geconditioneerd om zijn kunstmatige werkelijkheid voor waar aan te nemen. De belofte van ouderdom en zekerheid motiveert hem als de wortel voor de ezel.

Het Systeem mag niet falen, dus maakt de vrije mening plaats voor intellectueel conformisme. Bureaucratie tempert ondernemingsvrijheid. Politiek correcte taboes vervangen een eigen kijk op het leven. Ouders leggen hun kinderen de systeemidealen vrijwillig op, omdat ook zij niet beter weten. Zelfs rechters en psychiaters, die de systeemidealen hebben geïnternaliseerd, zorgen ervoor dat opstandige burgers koest blijven. Een ‘goed’ kind moet stilzitten, wachtend op de lessen van de leraar, de pastoor of de koning. Een sterk kind dat zich tot mens wil ontwikkelen, heeft ‘kuren’, is ‘eigenzinnig’, heeft ‘discipline’ nodig of lijdt aan een ‘stoornis’.

Omdat de wet van de verminderde meeropbrengst als een natuurkundewet de economie beheerst, moeten mensen steeds harder werken voor steeds minder leven. Mannen en vrouwen doorlopen de bewegingen van het leven, maar zonder echt te leven. Ze zijn machines geworden. Ze werken als radertjes in fabrieken, als gereedschap in de bouw of op kantoor als computerverlengstukken. Burgers zijn het levend meubilair geworden in de huishouding van hun elites.

Door de wereldwijde bevolkingsdruk voelen veel rijkere, westerse vrouwen instinctief aan dat ze hun kinderwens zullen moeten uitstellen of zelfs afstellen. Veel westerse vrouwen bleven niet kindloos, omdat ze wilden studeren, maar gingen studeren, omdat ze niet genoeg leefruimte konden vinden om aan eigen kinderen te beginnen.

7. De dubbelrol van het socialisme

Het moderne leven staat in sterk contrast met het leven in bijvoorbeeld het Europa van rond het jaar 1000. Toen waren bijna alle inwoners van Noorwegen nog vrije boeren die niemand een cent belasting verschuldigden. Het Noorwegen van de Vikingen was een egalitaire samenleving—de natte droom van socialisten—totdat Koning Harald voor het eerst belasting invoerde om zijn oorlogen tegen Engeland te bekostigen.10

Maar tijden veranderen. Om zowel de economie draaiende te houden als het volk in bedwang, speelt het socialisme vandaag de dag een bijzonder gemeen dubbelspel. In theorie verstaan we onder socialisme het streven naar de verheffing van de arbeidersklasse. Het socialisme wil het mogelijk maken dat arbeiders zich in hun eigen dagelijkse behoeften kunnen voorzien, zonder zich aan kunstmatige consumptie te hoeven onderwerpen, aldus de definitie van socialisme zoals Noam Chomsky die begrijpt,11 die aansluit bij wat Karl Marx nastreefde.12

Maar tot zover de filosofie. In de praktijk speelt het socialisme veeleer de rol van een urbane religie die het volk tot horige schapen wil reduceren, of „van tijgers in katten veranderen”.13

Socialisme dient als de smeerolie tussen de radertjes in dichtbevolkte menselijke machinerie, terwijl conservatievere waarden alleen op het platteland kunnen overleven. Toen de mens zich meester maakte van moderne stedenbouwkunde die miljoenen mensen in een kleine ruimte liet samenleven, moesten de stadsbewoners, om de harmonie te bewaren, noodgedwongen toleranter worden jegens afwijkend gedrag van hun buren. Desalniettemin is het moderne gezin, opgesloten tussen vier muren, de bron van geweld in het leven van veel jonge kinderen.14

Globalisering leidde in onze tijd tot het ontstaan van een soort hypersocialisme dat mensen uit alle hoeken van de wereld, van alle culturen, geloven en tradities met elkaar probeert te integreren. Hypersocialisme slaagt echter niet zonder een hoge dosis zelfbedrog. Deze zogeheten multiculturele samenlevingen rekken de grenzen van tolerantie zo ver op dat ze enkel in haar opzet kunnen slagen door de psyche van alle kinderen middels vergaande propaganda te vervormen. De leugens die we tegenwoordig voor waarheden moeten aannemen zijn voor de wereldvrede net zo onmisbaar geworden als de zuurstof die we inademen.

Dat maakt multiculturele samenlevingen instabiel—elk moment dreigt de boel uiteen te vallen. De basisorde blijft slechts met grote moeite overeind. We hebben de grens van het menselijk haalbare bereikt.

8. Een dreigende opstand

De staat van de wereldorde is tragisch: het roofkapitalisme, dat de mens voedt, maar de natuur plundert, en het roofsocialisme, dat de mens vrede brengt, maar zijn vrijheid plundert, hebben zowel mens als natuur naar de rand van de afgrond geduwd. Reeds veroordeeld tot levenslange arbeid en maximale productiviteit, vullen van bovenaf oplegde sociale leefregels het leven van de mens verder in. Zijn slavernij is volledig.

De starheid van de basisorde botst steeds vaker met de menselijke behoefte aan vrijheid en zelfbeschikking. Dit conflict toont zich in de wereldgeschiedenis als periodieke golfbewegingen van oorlog en vrede. Tegen het eind van een lange vredesperiode bereikt de mensenmassa, die haar slaafse bestaan nu als mensonwaardig ervaart, een kookpunt. Het volk eist nieuwe leiders en een nieuwe toekomst, en dus een revolutie. Tijdens zo’n revolutie grijpt allereerst de middenklasse, onder druk van een verloren onderklasse, de kans om haar rechtmatige welvaart van de egocentrische elites terug te stelen.15

Zowel revolutionaire radicalen als reactionairen streven vaak hetzelfde doel na: de omverwerping van de huidige orde ten faveure van een geïdealiseerde toekomst.16 Maar in de meeste gevallen stranden revoluties, omdat de veiligheidsdiensten zich loyaal achter de maatschappelijke elites zullen scharen. De veiligheidsdiensten slaan opstanden neer, omdat dit vaak ‘goedkoper’ is dan een frontale oorlog tegen hele bevolkingsgroepen of andere naties te steunen. Wie een ander volk aanvalt, loopt namelijk het risico zelf van de kaart te worden geveegd.17

Maar in bijzondere gevallen scharen de veiligheidsdiensten zich wél achter het volk. Dat gebeurt bijvoorbeeld wanneer bestuurders het voortbestaan van hun volk door wanbeleid in gevaar hebben gebracht. Dan kunnen politie- en legermensen ook hun eigen gezinnen en families niet meer beschermen.

9. De ondergang van het Westen

Economieën gedragen zich irrationeel. Ze worden gedreven door positief terugkoppelingsgedrag. Gezinnen zien bijvoorbeeld dat buren een lening afsluiten voor een tweede auto, dus besluiten ze dat zelf ook te doen, om financieel niet achter te blijven. Maar beide nemen onterecht aan dat de economie altijd zal blijven groeien. Ze houden helemaal geen rekening met het omgekeerde.

De geschiedenis leert dat economieën wel degelijk instorten. De beurskrach van Wenen in 1873 betekende het einde van een halve eeuw economische groei. Tijdens deze zogeheten Gründerzeit konden Duitse en Oostenrijkse ondernemers snel rijk worden. Dankzij de bouw van een uitgebreid netwerk aan spoorlijnen migreerden plattelanders massaal naar de stad om een economische vraag in te vullen. Maar na de krach kwam de Duitse industrie bijna twintig jaar stil te liggen, de Gründerkrise. De nieuwe middenklasse dreigde terug te vallen in een verhongerende onderklasse.

Dit fenomeen, van opkomst tot ondergang, vertoont vaak hetzelfde patroon: een of andere innovatie—zoals de uitvinding van de spoorwegen—leidt tot een periode van economische groei die in exponentiële versnelling raakt („vette jaren”), maar uiteindelijk wegens groeiend tekort aan hulpbronnen en arbeidsmiddelen afremt en piekt. In die piekfase bestaat altijd de kans op een crisis: de bubbel kan barsten.

Professor Didier Sornette (ETH Zürich) onderzocht of de wereldeconomie misschien ook een bubbel is. Hij schetste drie toekomstscenario’s:

1. we vinden, onverwacht, nieuwe transportmiddelen uit die ons in staat zullen stellen andere werelden te koloniseren, zodat we de uitgeputte aarde kunnen ontlasten;

2. mensen stillen hun economische honger en verkleinen hun gezinnen vrijwillig;

3. we lopen tegen een wereldkrach aan waarna enkel de superrijken met hun privélegers weten te overleven tussen clans barbaren—het verschroeide Aarde-scenario.18

Maar voor het überhaupt tot een wereldeconomische krach komt, lijkt de huidige situatie in het Westen al sterk op die van de Duitse Gründerzeit. Net als toen hebben we een halve eeuw economische voorspoed meegemaakt. Net als toen migreerden miljoenen plattelanders, ditmaal uit Midden-Oosterse, Aziatische, Latijns-Amerikaanse en Noord-Afrikaanse gebieden, naar Europese en Amerikaanse steden. Net als toen kenmerkt onze economie zich door ongefundeerde verwachtingen; we vinden het normaal dat virtuele bedrijven die helemaal niets produceren meer dan honderd miljard dollar waard zouden zijn.

10. Wedergeboorte

Westerlingen leven in de herhaling van de Gründerzeit, aan de vooravond van hun economische ondergang. Maar wat zullen westerlingen in geval van een totale crisis doen—vechten of vluchten?

Een economische krach van deze omvang betekent dat het geld en de middelen voor multiculturele verzoeningspolitiek zullen opraken. We zullen onze progressieve verworvenheden, die altijd het gevolg waren van onze welvaart, niet langer kunnen veroorloven, omdat de prioriteiten naar onze primaire overleving zullen verschuiven. In tijden van crisis zullen we onvermijdelijk een terugkeer naar uiterst conservatieve waarden beleven.

Het Westen moet handelen. Kiest het Westen voor collectieve zelfmoord of omarmt het een strijdvaardig volk dat niet schroomt zo nodig de wereld te veroveren?

1Yuval N. Harari, Eine kurze Geschichte der Menschheit, vertaald door Jürgen Neubauer (München: Deutsche Verlags-Anstalt, 2013), 112.

2Paul Colinvaux, The Fates of Nations: A Biological Theory of History (Penguin Books, 1983), 55–67.

3Ibid., 55.

4Ibid., 67.

5Amaury De Riencourt, The Coming Caesars (Coward-McCann, 1957), 328–42, http://babel.hathitrust.org/cgi/pt?id=mdp.39015039745933.

6David M. Potter, People of Plenty: Economic Abundance and the American Character, 1ste ed. (Essex: Phoenix Books, 1965), 111–12.

7Dambisa Moyo, Dead Aid: Why Aid Is Not Working and How There Is a Better Way for Africa, vertaald door Ronald Kuil, 1ste ed. (Amsterdam: Olympus, 2012).

8Richard N. Coudenhove-Kalergi, Praktischer Idealismus: Adel—Technik—Pazifismus (Wien-Leipzig: Paneuropa Verlag, 1925), 100.

9Thomas Sowell, The Vision of the Anointed: Self-Congratulation as a Basis for Social Policy (New York: BasicBooks, 1995), hfdst. 10: The Legacy of Marx—The Marxism of Marx: Price-Allocation and Crises.

10Leifur Eiricksson, red., Egil’s Saga, 1ste ed. (Penguin Books, 2004).

11Noam Chomsky, On Anarchism, 1ste ed. (New York: Penguin Books, 2014), 35–36.

12Erich Fromm, Marx’s Concept of Man (New York: Open Road, 2003), hfdst. 6: Marx’s Concept of Socialism.

13Coudenhove-Kalergi, Praktischer Idealismus: Adel—Technik—Pazifismus, 24.

14Murray A. Straus en Denise A. Donnelly, Beating the Devil out of Them: Corporal Punishment in American Families and Its Effects on Children (New Brunswick, New Jersey: Transaction Publishers, 2001), 25.

15Colinvaux, The Fates of Nations: A Biological Theory of History.

16Eric Hoffer, The True Believer: Thoughts on the Nature of Mass Movements (New York: First Perennial Classic, 2010), hfdst. 52.

17Xenophon, Cyropaedia: The Education of Cyrus, bewerkt door F.M. Stawell, vertaald door Henry Graham Dakyns (Project Gutenberg, 2009), bk. 1, hfdst. 6, §45.

18Didier Sornette, Why Stock Markets Crash: Critical Events in Complex Financial Systems (Princeton: Princeton University Press, z.d.), hfdst. 10.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Het slechtste scenario: Nederland op de schop

Niemand wil dit horen, maar Nederland is bezig met de-industrialisering. Als deze trend niet wordt omgekeerd, zal de Nederlandse bevolking met tenminste 90% moeten inkrimpen, terug naar het niveau van rond de Gouden Eeuw met hooguit 2 miljoen inwoners. De afgelopen maanden maakten we de grootste golf faillissementen mee van de afgelopen 7 jaar. Vooral in de metaal- en auto-industrie vielen harde klappen. Bedrijven klagen over personeelstekort, maar hoe kan je nog een tekort hebben als de grenzen wagenwijd openstaan en wij in een paar jaar tijd weer een miljoen nieuwkomers hebben verwelkomd?  Dat heeft te maken met politieke domheid. De politiek hoort het woord personeelstekort, maar verstaat mensentekort en begint lukraak mensen uit Bangladesh, Nigeria of Afghanistan hierheen te halen. Bedrijven bedoelden natuurlijk vaardighedentekort. Er is een tekort aan bekwaam personeel met de juiste kennis en talenten. Maar die talenten haal je dus niet uit de derde wereld waar het onderwijsni...

Geslachtsverwarring

Terwijl in Groot-Brittannië mensen die terugkomen van vakantie op het vliegveld worden gearresteerd en via snelrecht worden veroordeeld tot gevangenissen van 2 tot 4 jaar, omdat ze op Facebook hebben gezegd dat ze tegen de islamisering zijn, verspreidt zich intussen een nog veel groter kwaad over de aarde. Luister mee op TikTok » of op YouTube » Het begon tijdens de Olympische Spelen van Parijs dit jaar, toen de president van het IOC, het Internationale Olympische Comité, beweerde dat het niet mogelijk is om vast te stellen wat een man of een vrouw is.  Het ging toen om de bokser Imane Khelif die eerder in 2023 niet bij de vrouwen mee mocht doen, omdat een DNA-test had aangetoond dat hij XY-chromosomen heeft en dat bovendien zijn testosteronwaarden, zoals verwacht, te hoog zijn. Imane Khelif is een man die als vrouw is opgevoed, maar dat verandert niets aan het feit dat hij op de Olympische Spelen een serie fysiek kleinere en qua spierkracht beduidend zwakkere vrouwen in elka...

Koenraadt contra Klaver: 12 dagen cel en 40 uur werkstraf voor een tweet van 3 seconden

Mijn fictieve pleidooi als ik advocaat zou zijn geweest.  Ik werd bij de rechter-commissaris al veroordeeld. Ik kreeg de indruk dat de hele rechtsgang een toneelstukje was waar rechters niet of nauwelijks eigen denkwerk voor hoefden verrichten. De show wordt geschreven door scenaristen die boven de rechters staan.  Bijvoorbeeld: de medewerker van de PI Alphen aan den Rijn die mij naar het politiebusje voor de rit naar Den Haag bracht, wist voor aanvang van de rechtszaak al dat ik vrij zou komen. Dat stond op zijn papier. De Nederlandse rechtsstaat blijkt een showtje voor publiek en om een straf in de ogen van een verdachte te rechtvaardigen middels een zinloos ritueel. Rechters beslissen zelf niet werkelijk de straf. Ze zoeken niet naar waarheid of redelijkheid, maar naar versprekingen waar je ze op kunnen 'vangen'. Inleiding Mevrouw de rechter, als ik u zou zeggen dat ik de Efteling ga opblazen, dan moeten rechercheurs zoeken naar explosieven. Ze moeten kijken naar mijn ontst...