In veel westerse landen blijven bij de integratiedebatten die er woeden een aantal ‘oer’-vooroordelen systematisch onuitgesproken.
Het eerste is dat vooroordelen die we over andere mensen hebben altijd over uiterlijkheden zouden gaan. We zouden mensen discrimineren vanwege een andere huidskleur, afkomst, tongval, kleder- of haardracht. Maar dat is een drogreden, want de meeste vooroordelen gaan niet over uiterlijkheden, maar over gedragingen. En veel mensen baseren zulke vooroordelen op eigen waarnemingen.
Het tweede oer-vooroordeel is dat we bij het woord ‘vooroordeel’ reflexmatig denken aan wat blanken (c.q. autochtonen) over anderen vinden. Maar wat vindt de ander eigenlijk van ons?
Het derde is dat we over allerlei vooroordelen praten, maar de vooroordelen die we over onszelf aannemen, verzwijgen we. Zijn „we” werkelijk allemaal schuldig aan het slavernijverleden, en moeten we daarom boete doen door Europa te laten volstromen met bevolkingsoverschotten van elders? Een aangeleerd schuld- en schaamtegevoel is ook een vooroordeel.
Open discussie
Zouden we deze oer-vooroordelen openlijk durven bespreken, dat zou het volgende kunnen gebeuren.
We zouden inzien dat mensen die zich anders gedragen niet vanzelfsprekend met ons kunnen samenleven. Onder andere veelwijverij, kindhuwelijken, onverdoofd slachten of meisjesbesnijdenis zijn in het Westen geen welkome gedragingen. Mensen die dergelijke gedragingen vertonen of nastreven, mogen we uitzetten. Dat is geen discriminatie, maar beschaving.
We zouden ons verdiepen in wat anderen van ons vinden. Dan zouden we ontdekken dat vele nieuwkomers aan een virulente blankenhaat lijden en onze landen verachten. We zouden tot slot de vooroordelen die we stilzwijgend over onszelf aannemen durven analyseren, ontleden en grotendeels naar de prullenbak kunnen verwijzen.
Dan worden we weer eerlijk naar onszelf toe. Dat is nodig, want wie zichzelf verloochent, kan geen enkele vreemdeling succesvol integreren.
Reacties
Een reactie posten